De Koning en zijn constitutionele taken

« terug naar overzicht

Datum
21 januari 2020

Verslag lezing 21 januari 2020

De lezing vond plaats bij het Kabinet van de Koning dat op de Korte Vijverberg in Den Haag is gevestigd. Eerst kregen de aanwezigen informatie over de werkzaamheden van het Kabinet van de Koning aan de hand van een aantal quizvragen. Daarna volgde een rondleiding door het gebouw met aansluitend een borrel.

Het Kabinet van de Koning is een onafhankelijke organisatie sui generis. Hoewel het Kabinet geen bestuursorgaan is, werken er wel rijksambtenaren. De minister-president is verantwoordelijk voor het beheer van de begrotingsstaat van het Kabinet.

De Koning wordt rechtstreeks ondersteund door de Dienst Koninklijk Huis, het Kabinet van de Koning en de Rijksvoorlichtingsdienst. Het Kabinet van de Koning ondersteunt de Koning bij zijn staatsrechtelijke taken die hij als staatshoofd en lid van de regering heeft. Een tot de verbeelding sprekende vrouwelijke directeur van het Kabinet was Marie-Anne Tellegen. Zij was een invloedrijke vertrouwelinge van Koningin Wilhelmina en Koningin Juliana.

In artikel 41 van de Grondwet staat dat de Koning, met inachtneming van het openbaar belang, zijn Huis inricht. Zo kunnen er meer zaken zijn die privé lijken, maar het openbaar belang raken. Beoordeling hiervan geschiedt door de minister-president op basis van de ministeriële verantwoordelijkheid. In artikel 42 van de Grondwet staat dat de Koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk zijn. Hierbij is een vertrouwensrelatie tussen Koning en ministers en tijdige informatie-uitwisseling essentieel. Dit vormt ook de kern van het werk van de medewerkers van het Kabinet van de Koning.

Daarnaast komen alle wetten en besluiten bij het Kabinet van de Koning binnen om door de Koning ondertekend te worden. Wanneer aan alle democratische vereisten is voldaan, zal de Koning een wet ondertekenen. Het Kabinet van de Koning zorgt bij de aanhangigmaking van een wet bij de Raad van State ervoor dat deze wordt gedagtekend en dat de Koning een kleine notitie over de inhoud van de wet krijgt. Daarna stuurt het Kabinet de wet door naar de Raad van State. Vervolgens kijkt het Kabinet van de Koning naar het nader rapport en wordt de Koninklijke Boodschap opgemaakt (nr. 1 van de Kamerstukken). Tevens zorgt het Kabinet voor ondertekening en verzending naar de Tweede Kamer. Uiteindelijk krijgt het Kabinet van de Koning de te bekrachtigen stukken terug van de Eerste Kamer, waarna de stukken door de Koning worden ondertekend. Dan is de wet bekrachtigd en gaat deze terug naar het departement. Daar volgt het contraseign. Tot slot gaan de stukken naar het Staatsblad en worden deze gepubliceerd.

Het Kabinet van de Koning handelt ook een groot aantal kleine KB’s af. Dit zijn vaak benoemingen of Koninklijke onderscheidingen maar ook gratiebesluiten. De Koning verleent, op voordracht van de minister voor Rechtsbescherming, gratie. Hierover worden altijd eerst adviezen gegeven aan de minister door rechters en het Openbaar Ministerie. Op basis van deze adviezen besluit de minister of hij een voordracht voor gratie doet. Er wordt redelijk vaak gratie verleend in Nederland. In geval van een afwijzing van een gratieverzoek machtigt de Koning de minister om een afwijzingsbesluit te nemen. Tegen een afwijzing van een gratieverzoek is bezwaar mogelijk.

Aan het begin van elke kabinetsperiode start een reeks met bezoeken, waarbij de minister of staatssecretaris de Koning mee op pad neemt en laat zien hoe een belangrijk deel van zijn of haar beleid in de praktijk uitwerkt. Het Kabinet van de Koning bereidt deze bezoeken inhoudelijk voor. Ook voorziet de organisatie de Koning van inhoudelijke informatie ten behoeve van deze bezoeken. Bij de uitvoering van deze bezoeken van de Koning zijn ook de Dienst van het Koninklijk Huis en de Rijksvoorlichtingsdienst betrokken.  

Al met al gaf het bezoek een mooi inkijkje in de werkzaamheden van het Kabinet van de Koning.