Zijn wettelijke initiatiefrechten wenselijk?

« terug naar overzicht

Datum
24 januari 2017

Inclusief link naar de presentatie


Uit de samenleving komen in toenemende mate initiatieven om publieke belangen zelf ter hand te nemen. Denk aan burgerinitiatieven om zelf bibliotheken te beheren en daarmee de sociale cohesie in een wijk te stimuleren. Denk ook aan ondernemers die, al dan niet in het kader van ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’, afspraken maken ter bevordering van duurzaamheid. Een mooi voorbeeld van dit laatste zijn de afspraken over de ‘Kip van morgen’, waarbij supermarkten en producenten afspraken maakten over (het alleen nog verkopen van) duurzamer geproduceerd kippenvlees. Dergelijke initiatieven dienen belangrijke publieke belangen, maar lopen soms stuk op een gebrek of juist een teveel aan regelgeving.

Bij een gebrek aan regelgeving kunnen ‘free rider’-problemen ontstaan. Denk aan buurtbewoners of bedrijven die geld bij elkaar leggen om een maatschappelijk initiatief mogelijk te maken terwijl degenen die niet bijdragen daarvan eveneens profiteren. Dan kan al snel een roep om regelgeving ontstaan om iedereen te verplichten hieraan mee te doen.

Bij een teveel aan regelgeving kunnen zich andere problemen voordoen. Zo strandde het initiatief van de ‘Kip van morgen’ omdat het mededingingsrecht horizontale afspraken tussen bedrijven met een negatief prijseffect verbiedt. Om dit probleem voortaan te voorkomen, ontwerpt het ministerie van EZ een wetsvoorstel dat het mogelijk maakt algemene gelding aan duurzaamheidsinitiatieven te geven. De idee is dat er een soort wettelijk recht komt om de overheid (de minister van EZ of wellicht een andere minister) te verzoeken een bepaald duurzaamheidsinitiatief in (gedelegeerde) regelgeving om te zetten.

In deze discussiebijeenkomst stond de vraag centraal of een wettelijk initiatiefrecht een wenselijke oplossing is en indien dat zo is, of daaraan bredere toepassing zou kunnen worden gegeven. De bijeenkomst werd ingeleid door:

Dennis de Kok, coördinerend jurist bij het ministerie van Economische Zaken. Mr. D.R.P (Dennis) de Kok ging in op het wetsvoorstel en op de mogelijkheden van een bredere toepassing. Klik hier voor zijn presentatie.

Henk Kummeling, hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Utrecht, reflecteerde op deze ideeën.